Interview met Guus Simons, projectleider bij CNV
Mantelzorg: bijna iedereen krijgt er vroeg of laat mee te maken. Toch rust er nog altijd een taboe op. Veel werkenden praten er liever niet over, uit angst voor onbegrip of nadelige gevolgen. Guus Simons (26), projectleider bij CNV, wil dat veranderen.
“Eén op de vier werknemers heeft te maken met mantelzorg. In de zorgsector is dat zelfs één op de drie,” vertelt Simons. “En toch voelen 58% van de mantelzorgers zich onvoldoende gesteund door hun werkgever. Dat is een schokkend getal.”
Mantelzorg en rouw
Simons begon in 2024 bij CNV en kreeg al snel mantelzorg en rouw als thema’s op zijn bord. Niet toevallig, zegt hij. “Ik verloor in korte tijd meerdere familieleden. Juist in die periodes merkte ik hoe belangrijk het is om erover te praten. Voor veel mensen is dat moeilijk – het voelt privé, of men wil anderen niet belasten. Maar door te zwijgen, ontstaat er geen ruimte voor maatwerk of begrip.”
Een collega zette zich al sterk in voor mantelzorg en Simons besloot deze missie voort te zetten. ”Voor mij is dat extra motivatie. Het gaat niet alleen om beleid, maar ook om cultuur: mantelzorg bespreekbaar maken, zodat werknemers zich gesteund voelen.”
Open gesprek
Volgens Simons is er bij werkgevers vaak geen onwil, maar onwetendheid. “Een cao kan goede regelingen bevatten, maar enkel deze regelingen zijn vaak niet voldoende. Maatwerk blijft cruciaal. Leidinggevenden weten soms niet hoe ze zo’n gesprek moeten voeren. Daarom reiken wij handvatten aan: hoe herken je mantelzorg, hoe bied je steun, en hoe creëer je een veilige cultuur?”
Praktische voorbeelden zijn het aanwijzen van een aanspreekpunt binnen de organisatie, het organiseren van lotgenotengroepen en het trainen van leidinggevenden in gespreksvaardigheden. “Werkgevers die dit goed doen, laten zien dat ze hun mensen vertrouwen. Het begint bij begrip en erkenning. Als iemand eerder weg moet om te zorgen, weet de leidinggevende dat die medewerker het werk alsnog afmaakt. Maak daar afspraken over, het onderlinge vertrouwen is cruciaal.”
Ook jonge mantelzorgers
Mantelzorg is niet alleen een thema voor 40- of 50-plussers. “Eén op de vier jongeren is mantelzorger,” benadrukt Simons. “Maar veel jongeren herkennen zichzelf niet in die term: ze vinden het normaal dat ze zorgen voor een broertje, zusje of ouder. Tegelijkertijd zijn ze bang dat openheid over hun situatie gevolgen kan hebben voor hun opleiding of baan. Juist daarom is erkenning zo belangrijk.”
Van taboe naar erkenning
Voor Simons is de missie duidelijk: “Mantelzorg moet geen verborgen last meer zijn. Het begint bij erkenning – ook voor jezelf. Als je elke dag uren zorgt naast je werk of studie, ben je mantelzorger. En dat mag je uitspreken. Werkgevers kunnen dan ruimte geven, maar ook waardering: mantelzorgers ontwikkelen kwaliteiten als plannen, organiseren en stressbestendigheid, waar iedere organisatie baat bij heeft.”
Zijn hoop? “Dat mantelzorg binnen enkele jaren net zo bespreekbaar is als werktijden of verlof. Dan is mijn missie geslaagd.”
Meer weten?
Mantelzorg raakt ons allemaal. Door het bespreekbaar te maken – thuis én op het werk – geven we mantelzorgers niet alleen steun, maar ook erkenning. Dat is niet alleen menselijk, maar ook cruciaal voor duurzame inzetbaarheid in Nederland. @SOM heeft onderzoek gedaan naar mantelzorg in het mbo. Bekijk de bevindingen en lees de tips hier.
Dit interview is mede mogelijk gemaakt met MDIEU-subsidie van het ministerie van SZW en maakt onderdeel uit van het project Generatiemanagement in het mbo.


